De controverse over Zwarte Piet heeft geleid tot aanpassing van deze Nederlandse traditie. De Turkse gemeenschap heeft volgens Ela Colak een eigen ‘Pieten’-debat nodig over Turkse tradities.
Beeld Eleni Debo
Onlangs was ik te gast bij De Nieuwe Maan (NTR) om te vertellen over mijn gemengde huwelijk. Mijn ouders zijn Turks, mijn man is een westerse Nederlander, en ik wilde zowel de bijzondere als de ongemakkelijke momenten van mijn bruiloft delen. Zo liet ik beelden zien van het feest waarin we met onze familie en vrienden, Turks en Nederlands, hand in hand dansten op Turkse muziek. Ongemakkelijk: er werd onverhoeds een rood lint, het symbool voor maagdelijkheid, om mijn trouwjurk gebonden, en mijn man weigerde om geld door de brievenbus van mijn ouders te duwen om binnengelaten te worden.
Als ik de duizenden reacties op sociale media moet geloven, ben ik respectloos en had ik me aan alle culturele tradities moeten houden. ‘Ze zet gewoon haar ouders voor schut op televisie.’ Of: ‘Ze is vergeten waar ze vandaan komt en wie haar heeft gedragen.’ En: ‘Veel Turkse en andere moslimvaders weten gelukkig nog wel wat eer en schaamte is.’ Tot slot de opmerking die ik het vaakst tegenkwam, op de kotsende emoji na: ‘Zij is echt verkaasd.’
Als ik tussen de regels door lees, begrijp ik dat ‘verkaasd’ een scheldwoord is voor iemand die geassimileerd is. Iemand die ‘slijmt bij Hollanders’, die zijn of haar cultuur haat, iemand die raar praat – ik spreek ABN. Helemaal nieuw klinkt het verwijt van ‘verkaasdheid’ niet; op de middelbare school noemden Turkse meiden me al een ‘nep-Turk’. Ze vonden mijn alternatieve Nederlandse vrienden raar, ik kon niet meepraten over hun favoriete Turkse dramaseries, en luisterde (overigens nog steeds) liever naar Radiohead dan naar de zanger Tarkan.
Twee componenten
Hoe verwesterd ik in andermans beleving ook overkom, ik beschouw mezelf als een Turkse Nederlander. Mijn identiteit bestaat uit twee componenten. Laten we de eerste onder de loep nemen: ik spreek de Turkse taal en er gaat geen week voorbij waarin ik niet naar saz-muziek luister. Gevulde druivenbladeren, çigköfte, börek; de Turkse keuken is onmisbaar in mijn leven. Ik ben mijn ouders dankbaar dat ze me als 10-jarige op een cursus Turkse taal en traditionele dans hebben gezet, want ik heb er nog steeds profijt en plezier van.
Turken zullen het erover eens zijn dat familie een belangrijke rol speelt in hun cultuur. Ik probeer de mijne, hier en over de grens, vaak op te zoeken en kus ouderen de hand. In de levens van Turkse vrouwen is het hennafeest en huwelijksfeest een grote gebeurtenis, waar ik keurig aan heb voldaan.
Wat religie betreft: mijn ouders zeiden dat het iets persoonlijks is. Ik ben niet gelovig, wat geen geheim is binnen mijn gezin. Desondanks zal ik volgende maand, wanneer de ramadan voorbij is, familieleden bellen om ze een fijn Suikerfeest te wensen.
Het grote verschil tussen mij en veel andere Turken is dat ik mezelf identificeer met mijn familie en niet met de Turkse gemeenschap. Ik voel geen behoefte om onderdeel te zijn van iets ‘groters’, maar wel om onderdeel te blijven van mijn Turkse familie. Geloof me, die is al groot genoeg.
Dan de tweede component; mijn Nederlandse man en ik vieren geen Koningsdag, we vieren geen Sinterklaas, we vieren geen Pasen en ik heb nog nooit een kerstboom opgezet. Dat klinkt saai, maar het doet ons weinig, en het bespaart me veel geld en stress. Wie weet keert het tij als ik moeder word, maar op dit moment kan geen enkele feestdag me bekoren. Wanneer ik dit tegen westerse Nederlanders zeg, kijken ze verward en zeggen ze: maar dat is het leukste feestje van het jaar! Boos worden ze niet op me, hoewel je dit zou verwachten gezien de heftige discussies die worden gevoerd over Zwarte Piet en paastradities. Hieruit concludeer ik dat ook westerse Nederlanders zich niet zo makkelijk verhouden tot verandering, met name als die wordt geëist door een minderheid.
Tradities
We hechten allemaal waarde aan onze tradities, omdat zij ons houvast bieden, en omdat ze onze culturele identiteit weerspiegelen. Dat laatste geldt in het bijzonder voor Nederlandse Turken: ze vrezen dat hun normen, hun waarden en hun culturele gebruiken belachelijk worden gemaakt wanneer ze op de Nederlandse televisie publiekelijk worden besproken. Begrijpelijk, want nuance lijkt tegenwoordig ver te zoeken in deze discussies. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat driekwart van de Nederlanders vindt dat polarisatie toeneemt en ons verharde gespreksklimaat mede te wijten is aan sociale media. Als ik kijk naar onze volksvertegenwoordiging zie ik dat het helaas ook doordringt in Den Haag, getuige de opmars van polariserende partijen als Forum voor Democratie en Denk.
In dit gepolariseerde klimaat vrezen Turkse Nederlanders voor een meetlat waarlangs hun tradities worden gelegd. Ze zijn bang dat mensen zich zullen afvragen of ze nog wel gepast zijn. Vanuit dit oogpunt vind ik het logisch dat mensen woest reageren en zeggen dat ik me aan hun tradities moet houden. Als tradities zomaar terzijde kunnen worden geschoven, wat blijft er dan nog over van de Turkse identiteit?
Maar het punt is: je kan niet verplicht worden om je aan tradities te houden – dan zouden het immers wetten zijn. De Turkse dweperij met conventies en de angst dat daarmee hun cultuur verdwijnt, doet me denken aan de Zwarte Piet-discussie. Ook daarbij geldt dat iemand ooit heeft bedacht dat we een feest op een bepaalde manier zouden vieren. Een eeuw of twee later staat een groep mensen op en vraagt: ‘Kunnen we het aanpassen?’ In eerste instantie is de meerderheid geschokt dat iemand hun feest wil ‘afpakken’, maar langzaamaan verandert de kijk hierop.
Voor de duidelijkheid: ik heb het bewust nooit gehad over islamitische gebruiken. Bij De Nieuwe Maan kaartte ik alleen Turkse huwelijkstradities aan die niet op religie berusten, hoewel ze door veel Turken wel als heilig worden beschouwd. Wat betreft tradities zoals een rood lint om het middel van de bruid, vind ik dat Turken hun eigen Pietendebat nodig hebben: over Emancipatie-Piet en Dubbele Moraal-Piet, om maar wat te noemen.
Drang naar vrijheid
In mijn jeugd lagen mijn ouders en ik vaak overhoop met elkaar; de drang naar vrijheid van hun oudste dochter was voor hen alarmerend. Toen ik het huis verliet op mijn 18de zei mijn bezorgde familie: ‘Zorg ervoor dat we ons nooit voor je hoeven schamen. Je bent en je blijft een Turk.’ Veertien jaar later lees ik dezelfde woorden onder de fragmenten van De Nieuwe Maan. De grootste verandering die ik in die veertien jaar heb doorgemaakt is dat het me intussen koud laat wat anderen vinden. Ik wil andermans woorden niet meer slikken – ik zit vol.
Hetzelfde geldt inmiddels voor mijn ouders. Toen ik jong was zeiden ze dat ze een Turkse schoonzoon wilden. Toen een vriend van mijn vader een keer opperde dat ik waarschijnlijk met een Nederlandse man zou trouwen, was mijn vader diep gekwetst. Een paar jaar later, rond mijn 25ste, kwam ik thuis met een blonde Nederlandse jongen. Ze hebben eraan moeten wennen, maar uiteindelijk vonden ze mijn geluk belangrijker dan hun eigen voorkeur en andermans mening. Wel was er één eis: dat we zouden trouwen voordat we gingen samenwonen. Hoe progressief mijn ouders voor Turkse standaarden ook zijn, er zijn grenzen aan wat ze kunnen verdragen.
Op ons huwelijksfeest waren er een aantal cultural clashes. Een voorbeeld: tijdens de trouwceremonie en het feest kusten mijn man en ik elkaar op de mond. Mijn moeder vond dat ongemakkelijk, maar inmiddels haalt ze haar schouders daarbij op. Een andere clash betrof het rode lint: tegen familie en vrienden die erbij stonden, zei ik dat het niet bij mijn jurk paste, en deed het meteen weer af. De achterliggende gedachte is dat ik me niet wil associëren met een cultureel fenomeen dat zoveel angst, geroddel en leed aanricht bij jonge vrouwen. Als andere bruiden met een rood lint willen paraderen: ga vooral je gang. Jouw jurk, jouw feestje. Maar als mensen geen begrip kunnen opbrengen voor mijn keuzes is dat hun probleem; het houdt mij niet tegen.
De dag na de uitzending keken mijn ouders de herhaling op televisie en mijn moeder baalde dat ze zo nerveus keek. Toen ze in de studio zat was ze blij en trots op me, maar ze was op van de zenuwen. Een paar dagen later vroeg ik of mensen in haar omgeving hadden gereageerd. Sommige Turkse dames zeiden dat ik niet alles op televisie had hoeven delen. Mijn moeders antwoord daarop maakte me dolgelukkig: ‘Ela is een schrijver en ze is altijd open geweest.’
Compromissen sluiten
Het enige dat ik hoopte te bereiken, was dat ik liet zien dat vrouwen als ik vaker egoïstisch mogen zijn. Dat we de regels die ons zijn opgelegd in twijfel mogen trekken. Het is eng om je ouders te confronteren met hun conservatieve waarden en dat ze je ongelijk behandelen ten opzichte van je broers. Veel jonge vrouwen zoals ik durven niet hun eigen pad te kiezen, omdat ze bang zijn dat ze hun familie zullen verliezen. Tegen hen wil ik zeggen: ga de discussie met hen aan, in mijn ervaring dwing je daarmee al respect af. Zolang we niet mondiger worden, niet voor onszelf opkomen en geen steun bij elkaar zoeken verandert er niets. In je jonge jaren is dat lastig, blijf dan ook geduldig. Tot mijn 18de had ik weinig te zeggen en onder hun dak respecteerde ik de wensen van mijn ouders. Pas toen ik uit huis ging, werd het leven makkelijker. Hierna hield de strijd niet op, het leidde tot ruzies en weken radiostilte, maar we zijn er sterker uitgekomen. Het zal je verbazen hoe meegaand ouders die van je houden kunnen zijn.
Compromissen sluiten hoort bij het leven. Als het aan mijn man had gelegen gingen we samenwonen, maar mijn ouders hechten veel waarde aan een huwelijk en mijn man en ik gingen uiteindelijk overstag. Maar compromissen moeten niet van een kant komen; wanneer jouw kind opgroeit in Nederland, moet je niet verbaasd opkijken als hij of zij verliefd wordt op iemand die niet jouw cultuur deelt.
Wat me definieert is het Turkse bloed dat door mijn aderen stroomt én het land waarin ik leef. Ook al zijn westers gezinde Turken zoals ik het niet altijd met de traditionele norm eens, dat wil niet zeggen dat we de Turkse cultuur in zijn geheel afwijzen. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik een grote familie heb die uit zo’n prachtig land komt. Ik prijs mezelf ook gelukkig dat ik in een land woon dat autonomie omarmt en me tot ontplooiing stimuleert.
Hoewel de reacties op sociale media me verbazen en sommige me teleurstellen, voel ik me niet aangetast in mijn eigenwaarde. Ik ken mijn waarheid, ik ben gelukkig met mijn partner, en mijn ouders staan achter me. Meer heb ik niet nodig om mijn rug recht te houden. Ik wens alle aanstaande Turkse bruiden dat zelfvertrouwen toe.
Bron: https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/turken-hebben-hun-eigen-pietendebat-nodig~bdb1e3cc/
Dag Ela,
Ik heb je stuk gelezen en kan niet anders zeggen dat het goed is om voor jezelf op te komen. Ik ben ook een Turkse, geboren en opgegroeid in Nederland. Ik ben wel religieus en getrouwd met een Turkse man, mijn jeugdliefde. Weet dat het niemand wat aangaat hoe jij leeft en je ding doet. Ik hou al jaren afstand van de Turkse gemeenschap, omdat de houding van de meeste Turken mij niet aanstaat. Ook is er een sterk verschil tussen de Islam en de Turkse cultuur. Waren ze maar meer religieus, dan hadden ze meer met hun eigen leven bemoeid. Trek het je niet aan en leef zoals jij dat wilt..
x
Ayse
Dankjewel voor je bericht, Ayse! Ik doe mijn best om het me allemaal niet aan te trekken, net als jij.
Groet!
Ela